Alles over flenzen en flensafmetingen

Alles over flenzen en flensafmetingen

 

 

Een flens is een component waarmee je leidingen en componenten zoals afsluiters met elkaar kunt verbinden. Je komt ze vaak tegen in de apparatenbouw en in leidingsystemen. Bij de meeste flenzen wordt de pijp aan de flens gelast. Door een boutverbinding worden ze vervolgens aan de tegenflens gemonteerd. Het aantal boutgaten is afhankelijk van de grootte van de flens. Om lekken te voorkomen plaats je tussen de beide flenzen een pakkingring.

 

Normering bij flenzen 

Hoewel de oude DIN normen voor flenzen zijn vervangen door de Euronorm EN 1092-1 (stalen flenzen) en EN 1092-2 (gietijzeren flenzen) worden de DIN normen nog steeds vaak gebruikt in tabellen. De onderlinge flensafmetingen zijn nagenoeg gelijk (uitgezonderd DN65 die in PN16 bij de stalen uitvoering 8 boutgaten heeft i.p.v. 4). Daarnaast kun je flenzen volgens ANSI (American National Standards Institute) tegenkomen. Deze norm wordt voornamelijk in de Verenigde Staten en ook wel in Azië toegepast. ANSI komt vaak voor in de offshore en in de chemie.

 

PN

PN (Pressure Nominal) is de nominale druk. Dit is de maximaal toegelaten druk in bar in relatie met een bepaalde temperatuur. Hoe hoger de temperatuur hoe lager de toegelaten druk. De druktrap staat in relatie met de afmeting van de flens (zoals flensdiameter, steekcirkel boutgaten, doorlaat en boutgrootte). 

 

DN

DN is de doorlaat en staat voor Diameter Nominaal. DN geeft de grootte aan van de binnendiameter van de pijp waarvoor de flens geschikt is. De DN-maten zijn afgeleid van de inch (“). Zo komt DN20 overeen met 3/4” en komt DN50 overeen met 2”. DN is de maataanduiding van een component in een leidingsysteem.

 

Flensvarianten

Flenzen bestaan in een aantal varianten, de meest gangbare zijn:

  • Draadflenzen
  • Voorlasflenzen
  • Vlakke aanlasflenzen
  • Overschuifflenzen
  • Blinde flenzen 

 

Draadflenzen (type 13)

Draadflens

Draadflenzen zijn voorzien van inwendig schroefdraad waarmee een pijp in de flens kan worden geschroefd. Het grote voordeel is dat draadflenzen zonder lassen op een buis aangesloten kan worden. Dit kan in sommige industrieën van belang zijn. Een ander voordeel is dat monteren en demonteren sneller en makkelijker is dat een gelaste flensverbinding. Draadflenzen worden meestal toegepast bij kleine leidingsystemen (1/4" tot 4") en lage drukken. In sommige gevallen kan de verbinding nog met een las worden afgedicht maar dat maakt montage en demontage minder makkelijk. Draadflenzen zijn gevoeliger voor lekkage dan flenzen met gelaste verbindingen. Daarom is het belangrijk om de flens goed uit te lijnen.

 

Voorlasflenzen (type 11)

Voorlasflenzen

Voorlasflenzen zijn voorzien van een schuin toelopende naaf. Dit zorgt voor de nodige sterkte waardoor deze flens in combinatie met de stuiklasverbinding zeer geschikt is voor zware bedrijfsomstandigheden zoals toepassingen met hoge druk en hoge temperaturen.

 

Vlakke aanlasflenzen (type 01)

Vlakke aanlasflenzen

Een vlakke aanlasflens is een flens zonder naaf. Hij lijkt een beetje op een draadflens maar hij heeft geen schroefdraad. De binnendiameter van de flens is iets groter dan de buitendiameter van de pijp. Hierdoor schuift de flens makkelijk over de pijp. De flens wordt door één inwendige en één uitwendige hoeklas verbonden met de pijp.

 

Vlakke overschuifflenzen (type 02)

Vlakke overschuifflenzen

De vlakke overschuifflens lijkt veel op de vlakke aanlasflens. De inwendige diameter is echter groter en de binnenring is voorzien van een afgeschuind uiteinde. De overschuiflens wordt gebruikt in combinatie met een montagekraag. Deze montagekraag schuif je in de flens en wordt daarna aan de leiding gelast. Omdat de flens niet aan de montagekraag vastzit kun je deze nog draaien totdat de boutgaten op één lijn liggen met die van de tegenflens. Een ander voordeel is dat alleen de montagekraag in contact komt met het procesmedium. Hierdoor hoeft de kwaliteit van de flens niet altijd overeen te komen met die van de leiding.

 

Blindflenzen (type 05) 

Blindflenzen

Een blindflens heeft geen boring en wordt gebruikt om het uiteinde van een leiding, klep of drukvat af te sluiten. Er is dus geen stroming door de flens.

 

Afmetingen

Flenzen worden meestal in de volgende maten weergegeven:

  • Nominale diameter in mm of inch (");
  • Uitwendige diameter x D (in mm);
  • Steekcirkel in mm;
  • Aantal boutgaten;
  • Boring van de boutgaten in mm;
  • Buismaat in mm (alleen bij (voor)lasflenzen).

 

Een handig overzicht van de meest voorkomende flensafmetingen volgens DIN kun je hieronder downloaden:

IP Duursma tabel flensafmetingen volgens DIN

 

 

 

 

Bekijk ons assortiment flenzen

 

flenzen

Flenzen