Hoe werkt MIG/MAG lassen?
MIG/MAG lassen is een vorm van booglassen waarbij de lasdraad vanaf een haspel continue wordt aangevoerd. MIG/MAG is de afkorting voor Metal Inert Gas/Metal Active Gas. Het enige verschil tussen deze twee is het gebruikte beschermgas. Bij MIG lassen gaat het om een inert gas, bijvoorbeeld argon. Bij MAG lassen gaat het om een actief gas, bijvoorbeeld CO2. Vaak worden ook mengassen gebruikt, bijvoorbeeld 85/15. Dit bevat 85% argon en 15% CO2. Een inert gas reageert niet met het smeltbad en een actief gas wel. Een actief gas heeft dan ook invloed op de samenstelling van de uiteindelijke las.
De (onbeklede) lasdraad dient als toevoegmateriaal en tijdens het lassen wordt het smeltbad beschermd door het beschermgas. Dit gas wordt via het mondstuk rondom de draad aangevoerd.
Net als bij het booglassen met beklede elektroden wordt bij het MIG/MAG lassen de warmte die nodig is om het materiaal te doen smelten verkregen uit een boog tussen het lasdraad en het werkstuk.
MIG/MAG lassen is op drie manieren mogelijk. Dit is afhankelijk van het gebruikte gas, de boogspanning en de stroomsterkte:
- Kortsluitboog (short arc). Herhaalde kortsluitingen zorgen voor het smelten van het metaal. Boogspanning 14-25 V en lage stroomsterkte. Toepassingsvoorbeeld: dunne plaat, profielen en positielassen (o.a. stapelen).
- Sproeiboog (spray arc). Dankzij een krachtige boog en hoge stroomsterkte smelt het draaduiteinde in zeer fijne druppeltjes die een onafgebroken straal lijken te vormen. Boogspanning 28-36 V en hoge stroomsterkte. Toepassingsvoorbeeld: dikke materialen, onder de hand lassen.
- Pulsboog (pulsed arc). Hierbij zorgt een constante basisstroom voor de lasboog. Een pulserende stroom zorgt ervoor dat het lasdraad smelt zodat de druppels in het smeltbad terecht komen. Deze techniek zorgt voor een hoge inbranding, een glad lasuiterlijk en weinig tot geen spatten. Toepassingsvoorbeelden: aluminium, rvs en staal.
Toepassingsgebied
MIG/MAG lassen is een veelzijdige procédé en is zowel met de hand als met robots toe te passen. Je komt het in vele sectoren tegen, bijvoorbeeld in de ketelbouw, scheepsbouw, auto-industrie en off-shore.
Lasuitrusting
Wat heb je nodig voor het MIG/MAG lassen? Een MIG/MAG lasuitrusting bestaat minimaal uit:
- Een stroombron met een draadaanvoereenheid. Deze kan in de stroombron ingebouwd zijn, maar ook als losse eenheid zijn uitgevoerd.
- Een lastoorts met slangenpakket
- Gasvoorziening
- Lasdraad
- Lashelm en beschermende kleding
Gasgekoelde of watergekoelde lastoortsen?
Lastoortsen voor MIG/MAG lassen zijn onder te verdelen in twee soorten: gasgekoelde en watergekoelde lastoortsen. Koeling is nodig om het mondstuk van de lastoorts te bescherming tegen oververhitting. Bij de gasgekoelde toortsen zorgt het beschermgas voor de koeling. Dit type toortsen hebben een beperkte capaciteit voor de stroomsterkte en inschakelduur en zijn geschikt voor het lichtere laswerk. Voor hogere belastingen hebben watergekoelde toortsen de voorkeur, met name bij een langere inschakelduur.