Wanneer heb ik bij het lijmen een activator nodig?

Wanneer heb ik bij het lijmen een activator nodig?

 

 

Een activator gebruik je bij het verlijmen om de uitharding te versnellen of tot stand te brengen. Naast verlijmen wordt een activator vaak ook toepgepast bij schroefdraadborgring, schroefdraadafdichting, bevestigen en vlakkenafdichting. Bij anaerobe lijmsoorten dan met name voor gebruik op passieve metalen zoals roestvast staal, geplateerde of gepassiveerde oppervlakken.

Per soort verlijming zijn er verschillende activatoren die niet door elkaar heen gebruikt kunnen worden. Een activator voor een CA (snellijm of secondelijm) kun je dus niet gebruiken voor een anaerobe lijmsoort. 

Bij toepassingen op lage temperatuur (tussen 0 en de 5 graden Celcius) of anaerobe lijm bij grotere spelingen kun je ook beter een activator gebruiken. Deze is in sommige gevallen zelfs voorgeschreven (bij LOCTITE 660 altijd activator toepassen!)

In sommige toepassingen, zoals bij verlijming met gemodificeerde acrylaten, heb je een activator nodig om het uithardingsproces te starten. De activator breng je op het ene onderdeel aan en het gemodificeerde acrylaat op het andere onderdeel. Het uithardingsproces begint dan bij montage van de twee onderdelen. (ook wel no mix systeem genoemd).

Een andere toepassing is het uitharden van lijmresten van een snellijm. Breng na de verlijming de activator aan en je voorkomt of vermindert de witte verkleuring van de snellijm(blooming).

Let er bij kunststoffen op dat je een activator gebruikt zonder aceton, dus geen 7452! LOCTITE 7458, 7457 en 7455 zijn op basis van heptaan. (Bron: LOCTITE)


Lees meer blogs over: