De bouwvorm van een elektromotor bepalen

De bouwvorm van een elektromotor bepalen

 

 

Standaard zijn elektromotoren geschikt voor horizontale montage. Daarnaast kun je ze ook in andere posities monteren. In figuur 1 zie je de meest voorkomende bouwvormen. Voor eventueel overige posities en uitvoeringen raadpleeg de fabriekscatalogi. Het opgeven van de bouwvorm is belangrijk voor bijvoorbeeld het plaatsen van een regenkap (b.v. V1) of de posities van de drain plugs in de motorschilden. Tevens is de flens bepaald; B5 voor doorlopende gaten en B14 voor tapgaten.

 

Elektromotor bouwvorm schema
Figuur 1


Daarnaast wordt bij de bouwvorm B3 ook de positie van de klemmenkast weergegeven, zie figuur 2. Deze positie bepaalt men t.o.v. de motoras. De klemmenkast boven wordt B3T (top) genoemd en daarnaast bestaan ook de varianten B3L (links) en B3R (rechts). Bij de zogenoemde “ Multi Mounted” aluminium serie elektromotoren kun je dit eenvoudig wijzigen omdat je de demontabele voeten op een andere positie kunt plaatsen.

B3 elektromotor
Figuur 2

 

Bij de gietijzeren uitvoering is het niet mogelijk om de voeten van de motor te demonteren. Wil je dan de klemmenkast op positie B3R of B3L hebben dan moet je dit specifiek zo bestellen. Geef je geen keuze op dan krijg je standaard de klemmenkast boven op de motor gemonteerd, dus ook wel “on top B3T” genoemd.

Ook de wartelingang van de klemmenkast is 4 keer 90º draaibaar (figuur 3). Bij de aluminium serie is de klemmenkast aan de aandrijfzijde (D.E./Drive End) gepositioneerd. Door bij deze serie de stator te draaien kun je de klemmenkast aan de niet aandrijfzijde (N.D.E./Non Drive End) gepositioneerd krijgen.

 

Elektromotor wartelingang klemmenkast
Figuur 3


Lees meer blogs over:

 

 

 

 

Bekijk ons assortiment elektromotoren