Betrouwbare afdichtingen met oliekeerringen maken? Lees deze tips!
Het spreekt vanzelf dat een betrouwbare werking van een oliekeerring mede afhangt van de juiste manier van monteren. Toch gaat het hier in de praktijk regelmatig verkeerd. Wist je dat ongeveer 1/3 van het aantal probleemgevallen met oliekeerringen te wijten is aan een verkeerde manier van monteren?
Met deze tips zorg jij ervoor dat jij een betrouwbare afdichting maakt.
- Controleer voordat je gaat monteren de oliekeerring op eventuele beschadigingen. De afdichtingslip is kwetsbaar en een minimale beschadiging kan al leiden tot lekkage. Gebruik dus geen beschadigde oliekeerringen en gebruik zeker ook geen gebruikte oliekeerringen.
- Zorg ervoor dat de oliekeerring schoon is. Een klein beetje vervuiling kan namelijk al voor lekkage zorgen.
- Wees er zeker van dat de veer nog op de juiste plaats zit.
- Controleer de randen van de as en de inbouwruimte op de aanwezigheid van krassen en/of bramen.
- Voorkom scherpe kanten op zowel de as als de inbouwruimte. Beiden moeten van een invoerhelling of radius voorzien zijn (fig. 1).
(fig. 1)
- Zorg ervoor dat de oliekeerring tijdens de montage niet over scherpe randen (spiebanen, groeven, schroefdraden, etc.) geschoven wordt. Probeer deze onregelmatigheden zoveel mogelijk af te dekken (bijvoorbeeld met tape).
- Smeer de as, afdichtingslip en de boring in met vet of olie. Let hierbij op dat het smeermiddel het materiaal van de oliekeerring niet aantast. De aanwezigheid van het smeermiddel maakt de montage makkelijker en het voorkomt drooglopen vanaf de eerste omwenteling.
- Bij oliekeerringen met een stoflip vul je de ruimte tussen de afdichtingslip en de stoflip voor maximaal 50% op met smeervet (fig. 2).
(fig. 2)
- Een nieuwe afdichting mag niet in het loopspoor draaien van de oude afdichting. Om dit te voorkomen kun je een afstandsring plaatsen (fig. 3). Soms wordt een speedi sleeve toegepast (fig. 4). Een speedi sleeve is een dunwandige huls die over de beschadigde as geplaatst wordt. Let wel op met het gebruik van deze bussen, bij hoge toerentallen kun je deze beter niet gebruiken. Omdat de nominale diameter van de as groter wordt onstaat er meer wrijving - en dus een hogere temperatuur - tussen de as en de afdichtingslip. Hierdoor kan de afdichting sneller slijten.
 |
 |
| (fig. 3) | (fig. 4) |
- Plaats een oliekeerring altijd in de juiste richting. Plaats hem dus met de veer in de richting van het af te dichten medium en niet naar buiten gericht (fig. 5).
(fig. 5)
- Zorg ervoor dat de oliekeerring altijd loodrecht op de middellijn van zowel de as als de boring is gemonteerd (fig. 6). Een schuin gemonteerde oliekeerring (fig. 7) gaat snel problemen geven.
 |
 |
| (fig. 6) | (fig. 7) |
- Het gebruik van installatiegereedschap helpt om de oliekeerring loodrecht op de as te monteren. De slagbussen die je gebruikt voor lagermontage kun je hier prima voor gebruiken. De inperskracht moet hierbij wel zoveel mogelijk via de buitendiameter overgedragen worden. Daar is de oliekeerring het beste bestand tegen vervorming (fig. 8).
(fig. 8)
- Bij een eerste montage in de fabriek wordt vaak gebruik gemaakt van een hydraulische pers in combinatie met inpersgereedschappen. Dit zorgt voor en constante perskracht waardoor de kans op een foutieve montage veel kleiner is. Bij onderhoudswerkzaamheden ben je meestal toegewezen aan minder betrouwbare hulpmiddelen. Vaak is een hamer dan het enige beschikbare gereedschap. Als je een hamer moet gebruiken zorg dan voor een kunststof beschermplaat (gebruik geen hout, splinters kunnen de oliekeerring beschadigen!) die het gehele oppervlak van de oliekeerring bedekt (fig. 9). Sla dus niet met de hamer op de oliekeerring zelf. Daarmee vervorm je de afdichting (fig. 10).
 |
 |
| (fig. 9) | (fig. 10) |
- Check na de montage nog even het geheel om te kijken of andere onderdelen de oliekeerring niet belemmeren.
